Lichaamsgerichte therapie wordt vaak gezien als iets alternatiefs. Maar is dat wel terecht? Steeds vaker vragen mensen me: “valt jouw therapie onder alternatieve geneeswijzen?”
Formeel wel. Mijn werk valt onder alternatieve of complementaire zorg en wordt niet vergoed door de zorgverzekering (eigen keuze van mij). Maar de echte vraag is: Wat noemen we eigenlijk alternatief?
“Je kunt niet uit een zenuwstelsel praten dat gelooft dat het nog steeds in gevaar is.”
Die zin vat voor mij de kern samen.
Klassiek versus alternatief: een kwestie van perspectief
Wat we nu “regulier” noemen, is jong. De Westerse medische wetenschap bestaat pas een paar eeuwen. Daarvoor – en daarbuiten – werkten mensen al duizenden jaren met methoden die lichaam, geest en energie als één geheel zien:
- Acupunctuur (China, >2000 jaar oud) werkt met meridianen en energiebanen, inmiddels erkend door de WHO als effectief bij pijn- en spanningsklachten.
- Ayurveda (India, >3000 jaar oud) ziet ziekte als disbalans in lichaam, geest en levensenergie (prana).
- Sjamanistische tradities in Zuid-Amerika gebruiken rituelen, plantmedicijnen, ademwerk en trance om trauma en blokkades te helen.
Deze tradities hebben iets gemeen: ze erkennen dat het lichaam emoties, stress en trauma opslaat en zien een verband tussen lichaam en geest.
Dat besef raakt nu pas mondjesmaat ingeburgerd in de Westerse wetenschap.
Het DSM-model: classificeren, niet helen
In de Westerse psychiatrie is de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) de bijbel. Het is hét handboek om psychische stoornissen te classificeren. En het bepaalt vaak of een behandeling vergoed wordt.
“I have spent too much time in my life trying to change the DSM… I’m not doing it anymore.”
— Bessel van der Kolk
Bessel van der Kolk, psychiater en trauma-expert, schrijft in The Body Keeps the Score dat trauma veel breder is dan de DSM erkent. Want in de DSM staat maar één trauma-diagnose: PTSS.
Maar wat als je als kind jarenlang in onveiligheid leefde? Met een afwezige, psychisch zieke of gewelddadige ouder? Daar heeft de DSM geen duidelijke categorie voor. Terwijl de gevolgen diep in je lichaam, geest, relaties en zelfbeeld voelbaar en zichtbaar zijn.
Trauma is niet alleen psychisch – het is lichamelijk
Trauma verandert niet alleen je gedachten, maar je hele fysiologie.
- Van der Kolk laat zien hoe hersengebieden zoals de amygdala (angst), hippocampus (geheugen) en prefrontale cortex (zelfregulatie) structureel veranderen door trauma.
- Onderzoek (o.a. Harvard, 2014) toont aan dat chronisch trauma leidt tot verhoogde stresshormonen (cortisol, adrenaline) en verhoogde ontstekingswaarden, met impact op het immuunsysteem.
- Gabor Maté stelt dat trauma niet enkel een gebeurtenis is, maar vooral wat er binnenin jou gebeurt als gevolg daarvan. Het leidt tot disconnectie van je lichaam en emoties en laat littekens achter, zelfs op cellulair niveau.
- Peter Levine ziet trauma als geblokkeerde energie. Het zenuwstelsel raakt “bevroren” in vecht- of vluchtresponsen die nooit zijn afgerond. Het lichaam blijft hyperalert, zelfs jaren na de gebeurtenis.
Je kunt niet uit een onveilig zenuwstelsel praten
Hier zit de crux waarom veel mensen ondanks therapie vast blijven lopen:
- Ze weten cognitief precies wat er speelt.
- Ze snappen hun patronen.
- Maar hun lijf blijft onrustig.
Omdat je niet kunt praten tegen een zenuwstelsel dat nog steeds gelooft dat het in gevaar is.
“The body keeps the score. If the memory of trauma is encoded in the viscera, in heartbreaking and gut-wrenching emotions, in autoimmune disorders and skeletal/muscular problems… then talk therapy alone may be limited.”
— Bessel van der Kolk
Wat lichaamsgerichte therapie wél doet
Lichaamsgerichte therapie werkt precies daar waar trauma zich opslaat: in je lijf. In het cellulaire geheugen van je lichaam waar al jouw levenservaringen liggen opgeslagen.
- Het leert je zenuwstelsel herkennen dat het nu veilig is.
- Het brengt je ademhaling, spierspanning en hartslag omlaag.
- Het helpt incomplete vecht- of vluchtreacties alsnog af te maken (Levine’s Somatic Experiencing).
- Het integreert ervaringen, zodat je hersenen én lijf beseffen: het gevaar is voorbij.
Pas dan ontstaat er ruimte voor echte verandering:
- Je bent minder hyperalert.
- Je reageert minder heftig op triggers.
- Je hebt meer toegang tot je gevoelens én je grenzen.
- Mentale patronen kun je dan wél doorbreken.
Waarom ik geloof in de combinatie van reguliere zorg en lichaamsgerichte therapie
Ik zie lichaamsgerichte therapie niet als een vervanging van de reguliere zorg. Integendeel. Ik ben juist voorstander van een zorgsysteem waarin body en mind samen behandeld worden.
Want trauma en stress slaan zich niet alleen op in je hoofd, maar ook diep in je lijf. Daar liggen vaak de wortels van onrust, spanning en hardnekkige patronen.
Daarom geloof ik dat échte heling ontstaat als je:
- werkt aan mentale patronen, bijvoorbeeld via cognitieve gedragstherapie of schematherapie,
- én tegelijkertijd werkt aan fysieke veiligheid, via lichaamsgerichte therapie.
Pas als je lichaam zich weer veilig voelt, ontstaat er ruimte voor innerlijke rust, veerkracht en vrijheid. Dat is de basis waardoor je beter bestand bent tegen alles wat het leven je brengt.
Wil je ontdekken wat lichaamsgerichte therapie voor jou kan betekenen? Lees meer op mijn website of neem contact met me op voor een kennismakingsgesprek.
Ik werk vanuit mijn kennis en kunde, opgebouwd in opleidingen en praktijkervaring. Maar ook vanuit mijn helder weten en intuïtieve gaven. Ik volg geen vaste protocollen (wel richtlijnen), maar stem me af op wat ik in jouw systeem voel, zie en ervaar. Want ieder mens is uniek — en heling laat zich niet altijd vangen in standaardmethodes. Voor mij is dat niet alternatief. Het is precies wat heling vraagt: dat je als therapeut of coach naast iemand staat, een veilige aanwezigheid bent waarin de ander zichzelf kan reguleren en ruimte voelt om te zakken in zijn of haar lijf. Dat is waar echte verandering begint. Omdat je lichaam vaak de sleutel draagt die woorden niet kunnen vinden.
Dus ja — officieel heet het alternatieve zorg. Maar misschien moeten we onszelf afvragen:
Hoe regulier is een zorgsysteem dat het lichaam buiten beschouwing laat, terwijl daar vaak de ingang ligt voor échte heling?